Een mucoïde cyste is een goedaardige zwelling die is opgevuld met een gewrichtsvocht en in verbinding staat met het DIP gewricht . Dit DIP gewricht vertoont vaak al (beperkte) kraakbeenslijtage.
De cyste veroorzaakt een druk op de nagelwortel (die net achter de nagel ligt) wat aanleiding kan geven tot een misvorming (groeve) in de nagel. Soms is de overliggende huid zeer dun en kan er een huidperforatie voorkomen, met gevaar voor gewrichtsinfectie.
De diagnose wordt voornamelijk klinisch gesteld. Een radiografie wordt genomen om onderliggende slijtage van het gewricht te beoordelen en om een botaanwas (osteofyt) op te sporen.
Doorprik de cyste niet! De cyste zal zich snel terug opvullen en er is een gevaar voor gewrichtsinfectie. Een operatie is nodig wanneer de cyste storend is of de overliggende huid te dun wordt. De cyste wordt weggenomen onder lokale verdoving via het dagziekenhuis. Ook de verbinding naar het gewricht en een deel van het kapsel dient weggenomen te worden. Indien de huid over de cyste te dun is, wordt de cyste met overliggende huid weggenomen. Om de wonde terug te kunnen sluiten, moeten we de incisie wat groter maken om de huid te kunnen verschuiven over de wonde. Indien het gewricht te veel artrose vertoont en pijnlijk is, wordt het DIP-gewricht in een tijd vastgezet.
Het verband moet 14 dagen droog en proper gehouden worden. Na verloop van tijd normaliseert de nagelgroei bijna steeds. Het litteken wordt op termijn onzichtbaar, doch in de eerste weken na de ingreep bestaat er lokaal een gevoelige, iets rode en wat verharde huid. Na de ingreep is het bewegen van de vinger onmiddellijk toegelaten. In het begin is het DIP-gewricht wat stijver maar door zelf te bewegen kan dit snel verbeteren. Cysten kunnen steeds terugkomen.